-
1 näher
näher2 nader-, dichterbij♦voorbeelden:bei näherer Betrachtung, bei näherem Hinsehen • bij nader inzienjemandem etwas näher bringen • iemand (beter) vertrouwd maken met ietsnäher kennen • van meer nabij kenneneinem Plan näher treten • op een plan nader ingaan, een plan in overweging nemennichts Näheres • niets naders, geen verdere bijzonderhedendes Näheren • meer in bijzonderheden, nader2 die nähere Umgebung • de naaste, nabije omgevingetwas liegt näher • iets ligt meer voor de hand, iets is eerder te verwachtenjemandem näher stehen • (vrij) nauwe banden hebben met iemandeiner Sache näher kommen • tot de kern van de zaak komen -
2 go into
go into2 gaan in ⇒ zich aansluiten bij, deelnemen aan4 (nader) ingaan op ⇒ zich verdiepen in, onderzoeken♦voorbeelden: -
3 einem Plan näher treten
op een plan nader ingaan, een plan in overweging nemen -
4 Thema
Thema〈o.; Themas, Themen; meervoud verouderd ook Themata〉♦voorbeelden:lassen wir das Thema! • laten we dat thema (maar) rusten!das ist für mich kein Thema • (a) dat is voor mij geen punt; (b) dat staat voor mij niet ter discussie -
5 ein Thema aufgreifen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский